Aan de hand van onderstaande 6 vragen schets ik een zo compleet beeld mogelijk over mijn POP

1. Wie ben ik

Een jaar geleden heb ik dit geantwoord op de vraag wie ben ik:

 

''Ik zie mezelf als een enthousiaste, motiverende/gemotiveerde en sociale student waarmee mensen het fijn vinden om mee om te gaan. Ik vind het zelf erg fijn om met mensen te zijn. Ik ben erg slecht in alleen zijn. Ik houd van gezelligheid (soms wat te veel) maar kan op de juiste momenten ook goed schakelen naar een serieuze houding. Ik vind dat ik professioneel kan overkomen en een goede eerste indruk kan achterlaten. Ik ben ambitieus en kan mij enorm inzetten voor dingen waar ik warm voor loop. Als ik iets interessant vind ben ik bereid heel ver te gaan om er meer over te weten te komen. Ik kan mijzelf daar wel in verliezen. Ik ben een enorme twijfelaar en ik vind beslissingen maken enorm lastig. Dit komt voort uit angst om niet de juiste keuze te maken. Dit belemmert mij best wel in het dagelijkse leven.''

 

Ik kan mijzelf hier nog steeds erg goed in vinden (wat niet raar is, aangezien het over dezelfde persoon gaat maar dan een jaar later). Wel merk ik dat ik minder last heb van het altijd maar twijfelen. Ik hecht nu minder waarde aan materiaal en wanneer ik een verkeerde beslissing maak, leer ik daar juist van. Ik ben niet meer bang om foute keuzes te maken. Dat heeft mij wel erg veel geholpen.

Dit is uiteraard een behoorlijk beknopt antwoord op deze vraag. Voor meer informatie verwijs ik naar Jaar 2> POP>Wie ben ik. 

2. Wat kan ik?

 

Vragen die je jezelf kunt stellen zijn:

• Welke kennis, vaardigheden en persoonseigenschappen heb ik?
• Is de kennis die je voor een bepaalde beroepssituatie nodig hebt, al voldoende aanwezig?
• Vervolgvraag kan zijn: waar wil ik aan werken? (ontwikkelpunten)

 

3. Betrokkenheid à Wat wil ik?

 

Dit gaat over wat jou drijft, motiveert en stimuleert. Het gaat over je betrokkenheid. Jezelf blijven ontwikkelen is belangrijk geworden, maar wel op een manier die bij je past bij wie je bent en wat je wil bereiken.

Vragen die je jezelf kunt stellen zijn:

• Wat is voor mij belangrijk?
• Waar heb ik plezier in?
• Waar krijg ik energie van?
• Wat is mijn drive/passie?
• Waarom sta jij elke morgen weer op om naar de opleiding/stage te gaan?
• Welk verschil wil ik maken? Wie wil ik zijn? Waar sta ik voor?

 

4. Moreel Kompas à Wat vind ik?

 

De vraag “wat vind ik” kan je helpen om na te gaan welk moreel kompas je hebt.

• Wat vind ik er zelf van?
• Hoe denk ik hier zelf over?
• Wat vind ik en waarom?

 

5. Gedrag: wat doe ik?

 

De vraag wat doe ik heeft te maken met gedrag. Datgene wat je naar anderen toe laat zien.

• Welk gedrag laat ik zien?
• Wat is het effect van mijn gedrag?
• Laat ik zien wie ik ben?

Dus gedrag dat past bij wie ik ben en gedrag dat past bij de situatie.

 

6. Omgevingsbewustzijn: Waar pas ik?

 

Deze vraag laat zien of je omgevingsbewust bent en weet wat bij jou past en wat je aandeel en invloed kunnen zijn in je omgeving.

• Welke mogelijkheden heb ik?
• Zie ik kansen?
• Ervaar ik belemmeringen?

 

Het is ook van belang dat je ziet welke invloed jouw omgeving op je heeft. Want je bent gevormd door je verleden en de mensen die je hebben groot gebracht. Vragen die je je zelf kunt stellen zijn:

• Waar ben ik onderdeel van?
• Wat is mijn plek in de samenleving?
• Bij wie kan ik terecht?